16.81. En Allah heeft van hetgeen Hij heeft geschapen dingen voor u gemaakt die schaduw geven, en Hij heeft in de bergen schuilplaatsen voor u gemaakt, Hij heeft klederen voor u gemaakt die u tegen hitte beschermen en harnassen die u in uw oorlogen beschermen. Zo volmaakt Hij Zijn gunsten aan u, opdat gij u moogt onderwerpen.
16.82. Maar indien zij zich afwenden zijt gij (de profeet) alleen voor de duidelijke verkondiging verantwoordelijk.
16.83. Zij erkennen de gunst van Allah en toch verloochenen zij deze, de meesten hunner zijn ongelovigen.
16.84. En de dag, waarop Wij uit elk volk een getuige zullen opwekken zal het degenen die niet geloven, niet worden toegestaan (zich te verontschuldigen), noch zal hun worden toegestaan naar Gods gunst te dingen.
16.85. En wanneer degenen die kwaad verrichten de straf in werkelijkheid zien, zal deze voor hen niet worden verlicht noch zal hun uitstel worden verleend.
16."86. En wanneer de afgodendienaren hun afgoden zullen zien, zullen zij zeggen: ""Onze Heer, dezen zijn onze goden, die wij buiten u aanbaden."" Maar zij (afgoden) zullen tegenwerpen: ""Gij zijt voorzeker leugenaars."""
16.87. En op die dag zullen zij aan Allah onderwerping aanbieden en al hetgeen zij verzinnen zal hun falen.
16.88. Degenen die verwerpen en anderen van de weg van Allah afhouden - Wij zullen straf bij hun straf voegen omdat zij onheil stichtten.
16.89. En (gedenk) de dag waarop Wij onder elk volk een getuige tegen hen uit hun midden zullen verwekken en u (profeet) als getuige tegen dezen zullen brengen. Wij hebben u het Boek nedergezonden, alles verklarend, als leiding, barmhartigheid en blijde tijding voor hen die zich onderwerpen.
16.90. Voorwaar, Allah gelast u goed met goed (te vergelden) en wel te doen aan anderen en te geven als aan verwanten, en verbiedt onbetamelijkheid, kwaad en opstand. Hij raadt u aan dat gij er lering uit trekt.
16.91. En vervult het verbond met Allah, wanneer gij een verbond sluit, en breekt geen eden na hun bekrachtiging, terwijl gij Allah tot uw Borg hebt gemaakt. Voorzeker, Allah weet wat gij doet.
16.92. En weest niet zoals zij die haar garen in stukken breekt nadat zij het sterk heeft gemaakt. Gij maakt uw eden onderling tot een middel van bedrog, uit vrees dat het ene volk machtiger dan het andere zou worden. Voorzeker, Allah beproeft u daarmee en op de Dag der Opstanding zal Hij het u duidelijk maken waarover gij verschildet.
16.93. En als Allah had gewild, zou Hij u voorzeker tot één volk hebben gemaakt, maar Hij laat hem die wil, dwalen en leidt hem die dit wenst, en gij zult zeker worden ondervraagd betreffende hetgeen gij doet.
16.94. En maakt uw eden niet tot een middel van bedrog onder elkander, anders zal uw voet uitglijden nadat hij stevig heeft gestaan en gij zult het kwade ondergaan omdat gij ook anderen van het pad van Allah hebt afgehouden, en er zal voor U een strenge straf zijn.
16.95. En verkoopt het verbond van Allah niet voor een geringe prijs. Hetgeen bij Allah is, is voorzeker beter voor u, wist gij het slechts.
16.96. Hetgeen gij hebt, zal voorbijgaan maar hetgeen bij Allah is, is blijvend. En Wij zullen degenen die standvastig zijn, voorzeker hun beloning geven naar het beste van wat zij doen.
16.97. Die juist handelt, hetzij man of vrouw en een gelovige is, hun zullen Wij voorzeker een goed leven schenken, en gewis zullen Wij hen belonen naar hun beste werken.
16.98. En wanneer gij de Koran voordraagt, zoekt dan uw toevlucht tot Allah tegen Satan de verworpene.
16.99. Voorzeker hij heeft geen macht over degenen die geloven en die vertrouwen in hun Heer stellen.
16.100. Zijn macht heerst alleen over degenen die met hem vriendschap aanknopen en die anderen met God vereenzelvigen.